top of page
Bespreking KB 30/11/1976

DOSSIER  GDW

Het tarief der gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken:
artikelsgewijze bespreking 

​

Vanaf 01.10.2024 wordt het Koninklijk Besluit van 30 november 1976 (B.S. 8 februari 1977) welke het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en het tarief van sommige toelagen regelt, aangepast aan de noden
van deze tijd door het Koninklijke Besluit van 18 mei 2024 (B.S. 19 juni 2024).

 

De gecoördineerde versie vindt U hier terug.

​

De indexatie van de voormelde bedragen gebeurt op 01 januari van elk jaar, waarbij het aanvangsindexcijfer het
gemiddelde indexcijfer der consumptieprijzen voor de periode augustus-september-oktober-november 2023 is, namelijk 128,73 (basis 2013)

​

​

HOOFDSTUK I.          - Algemene bepalingen. (art. 1 tem. 5)

HOOFDSTUK II.        - Gegradueerde erelonen.(art. 6 tem. 8)

HOOFDSTUK IIBis.   - Administratieve dossierkost.(art. 8/1)

HOOFDSTUK III.      - Degressieve erelonen.(art. 9 tem. 11)

HOOFDSTUK IV      - Vergoeding per tijdseenheid.(art. 12)

HOOFDSTUK V.         - Vaste erelonen.(art. 13)

HOOFDSTUK VI.      - Getarifeerde uitgaven.(art. 14 tem. 15)

HOOFDSTUK VII.     - Getuigen.(art. 16 tem. 17)

HOOFDSTUK  VIII.  - Opgeheven. (art. 18)

HOOFDSTUK IX.      - Diverse bepalingen (art. 19 tem. 22)

 

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

ARTIKEL 1

​

Artikel 1. § 1. De ambtelijke verrichtingen van de gerechtsdeurwaarders zoals deze voorgeschreven zijn door de wettelijke bepalingen in burgerlijke en handelszaken worden
al naar het geval vergoed:

1° met gegradueerde erelonen,
1°/1 met een administratieve dossierkost,

2° met degressieve erelonen,

3° met een vergoeding per tijdseenheid,

4° met vaste erelonen.
Wanneer deze verrichtingen moeten worden uitgevoerd op een zaterdag, een zondag of op een wettelijke feestdag of nog buiten de wettelijke uren, of bij hoogdringendheid,
dan worden de erelonen en vergoeding per tijdseenheid verdubbeld.
Deze verhoging voor de hoogdringende verrichtingen is ten laste van de verzoekende partij.

Daarenboven hebben de gerechtsdeurwaarders recht op de terugbetaling van hun uitgaven.

 

§ 2. De tariefonderdelen voorgeschreven door dit besluit, met inbegrip van de uitgaven, worden met hun volledige benaming vermeld op het origineel en elk afschrift van de
akten en afrekeningen.
De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders houdt de lijst bij van deze toe te passen benamingen en van de volgorde waarin deze verplicht moeten worden vermeld op elk origineel en afschrift.
Deze lijst is publiek raadpleegbaar en op iedere akte staat een verwijzing naar deze lijst.

​

Met het oog op transparantie worden het ereloon van de gerechtsdeurwaarder thans onderverdeeld in een aantal tariefonderdelen :
 

- het gegradueerd ereloon                                Alle verrichtingen van de gerechtsdeurwaarder worden ingedeeld  in drie
                                                                               klassen (van A tot C). De klasse bepaalt het bedrag van het gegradueerde
                                                                               ereloon.

                                                                               Wanneer een schuld wordt (af)betaald wordt bijkomstig een invorderingsereloon
                                                                               gerekend.

                                                                               Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk II

​

- de administratieve dossierkost                      Kosten en prestaties welke eigen zijn aan de opstart en opvolging van elk
                                                                               dossier 
worden hieronder gegroepeerd.

                                                                               Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk IIBis

​​​

- het degressieve ereloon                                  Voor elke gerechtelijke verkoop, pandverzilvering of sekwester wordt de
                                                                               gerechtsdeurwaarder een bijkomend ereloon voorzien. Dit wordt degressief
                                                                               berekend op het bedrag van de verkoop of pandverzilvering.

                                                                              Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk III

 â€‹

- de vergoeding per tijdseenheid                     Sommige prestaties van de gerechtsdeurwaarder (bv. beslaglegging) kunnen
                                                                              variëren in tijdsduur. Derhalve is voor deze prestaties een bijkomende
                                                                              vergoeding voorzien, afhankelijk van de tijdsduur van de prestatie.
                                                                              Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk IV

​​

- het vaste ereloon                                             Voor bepaalde prestaties wordt een vast ereloon voorzien

                                                                               Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk V

​​

- de getarifeerde uitgave                                   Kosten welke door de gerechtsdeurwaarder zijn gemaakt en die niet onder één

                                                                               van de hiervoor vermelde tarieven kunnen worden ondergebracht 

                                                                               Voor een gedetailleerde bespreking : zie hoofdstuk VI

​

De verschuldigde erelonen (gegradueerd, degressief en het vaste ereloon) én de vergoeding per tijdseenheid worden verdubbeld wanneer de verrichting door de gerechtsdeurwaarder wordt gedaan :

​

op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag

- buiten de wettelijke uren (de wettelijke uren zijn vanaf 06.00 uur 's morgens tot 21.00 uur 's avonds)

- bij hoogdringendheid : hieronder wordt verstaan binnen de 24 uur. 

​

Deze verdubbelingen zijn niet cumuleerbaar.

​

Voor de administratieve dossierkost en de getarifeerde uitgave is aldus geen verdubbeling mogelijk.

​

De meerkost tgv. de verdubbeling om reden van hoogdringendheid kan niet ten laste van tegenpartij vallen, doch dient
door de verzoekende partij te worden gedragen. In de andere gevallen valt de meerkost tgv. de verdubbeling ten laste van
de tegenpartij. 

​

​

Onder uitgaven dient te worden verstaan de effectieve kosten gemaakt door de gerechtsdeurwaarder in uitoefening van zijn ambt en welke niet vergoed worden via het gegradueerde ereloon of degressief ereloon, de vergoeding per tijdseenheid of
het vast ereloon.


Deze kosten zijn te staven :

- ofwel door voorlegging van een facturatie (bv. de kosten ten gevolge van de tussenkomst van een slotenmaker,
   verhuisfirma, vertaalbureau)

- ofwel zijn te verantwoorden op dossierniveau.
  Denk hierbij bv. aan de
portkosten of de kosten oplading in het CREA-register. Men kan niet verwachten van de
gerechtsdeurwaarder dat deze kosten per akte met een factuur worden verantwoord, 
doch de gerechtsdeurwaarder zal
wel kunnen aanduiden dat deze kost is gemaakt (bv. bewijs van aangetekende zending of consultatie van het CREA-register
waaruit de oplading blijkt).

​​

De algemene kosten van kantoorbeheer (printers, toners, IT, personeel, papierkosten, bureelmateriaal, ...) worden niet
vergoed en worden geacht reeds vervat te zijn in het ereloon.

​

Daarnaast bestaan er ook nog 2 uitgaven welke door het KB worden getarifeerd met een forfaitair bedrag en waarbij aldus 
geen voorlegging facturatie of verantwoorden op dossierniveau nodig is. Deze kosten betreffen de vertaling door de gerechtsdeurwaarder zelf én de verplaatsingsvergoeding. Deze 2 kosten vallen onder art. 15 (de getarifeerde uitgave).

​​

 

Het origineel en elk afschrift van een akte, alsmede de afrekeningen, dienen de voormelde tariefonderdelen met hun
volledige benaming te vermelden. 

​

De Nationale Kamer der Gerechtsdeurwaarders (NKGB) houdt de lijst bij van de toe te passen benamingen van de tariefonderdelen alsmede van de volgorde waarin deze tariefonderdelen dienen vermeld te worden. Deze lijst zal openbaar worden gemaakt en op iedere akte dient de vindplaats van deze publieke lijst te worden vermeld. 

​

​

​

​​​​​

ARTIKEL 2

​

Art. 2. Het is de gerechtsdeurwaarders verboden:

1° af te wijken van de vastgelegde tarieven;
2° (opgeheven)
3° de tariefonderdelen met anderen, tenzij ambtgenoten, te delen;
4° aan hun opdrachtgevers gedeeltelijke of volledige kwijtschelding te geven van hun erelonen, kosten en uitgaven;
5° af te wijken van de wettelijke toerekening van betalingen met betrekking tot het inhouden van hun erelonen en uitgaven of ristorno’s te geven.

​

Het is de gerechtsdeurwaarder verboden af te wijken, noch in min noch in plus, van de voormelde tarieven.

 

De praktijk van "No cure no pay" is hiermede verboden voor gerechtsdeurwaarders, zelf cashback of ristorno's geven of het tariefonderdelen van bv. de dagvaarding pas in rekening brengen bij het afsluiten van het hierop volgende
uitvoeringsdossier is niet toegelaten.

 

​

ARTIKEL  3 

 

Art. 3. […] -Opgeheven-
 

 

ARTIKEL  4

 

Art. 4. § 1. De gerechtsdeurwaarders hebben het recht:

1° alle stukken van het dossier onder zich te houden tot de volledige betaling van hun staat van kosten, erelonen en uitgaven;
Van die stukken dient evenwel, zonder verplaatsing, in geval van een rechtmatig, eventueel als dusdanig door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders of de
Raad van de Arrondissementskamer, erkend belang mededeling te worden gedaan aan elke openbare of ministeriële ambtenaar, of aan elke betrokken partij, die dit verzoekt;

2° (opgeheven)
3° de totale kosten van elke gedane verrichting, ereloon, uitgaven of vergoeding voor reiskosten, af te ronden tot op de cent naar boven of naar beneden naargelang de duizendsten de vijf bereiken of niet;

4° het nodige voorschot te eisen alvorens de gevraagde opdrachten te verrichten.


§ 2. De gerechtsdeurwaarders hebben het recht tot betaling van een tweede van het ereloon voor een opgemaakte maar niet-betekende akte en voor een akte
betekend in toepassing van artikel 519, §4 van het Gerechtelijk Wetboek.

 

De gerechtsdeurwaarder mag het originele dossier onder zich houden, zolang zijn kostenstaat niet is vereffend.
Aangezien bij elke tenuitvoerlegging het originele vonnis dient te worden voorgelegd aan de gerechtsdeurwaarder
(art. 1386 Ger.Wb.) verhindert dit dat de 
verzoeker het dossier verder laat uitvoeren door een andere gerechtsdeurwaarder zonder dat de kosten van de eerste gerechtsdeurwaarder vereffend zijn.

​

Het onder zich houden van het originele dossier mag echter niet de belangen van enige betrokkene partij schaden.
Zodoende is de gerechtsdeurwaarder, zonder afgifte te doen van originele stukken, verplicht gevolg te geven aan het
verzoek tot mededeling van stukken uit het dossier, uitgaande 
van een openbaar of ministeriële ambtenaar of van elke betrokkene partij  (partijen, advocaat, bewindvoerder, OCMW, ...).  Te denken valt bv. aan een verzoek van de advocaat van de tegenpartij tot overmaking van een kopie van het vonnis of een akte.

​

Indien er discussie is of er een rechtmatig belang is voor het opvragen van dergelijke stukken, dan is zowel de Nationale
Kamer der Gerechtsdeurwaarders als de Raad van de bevoegde Arrondissementskamer bevoegd hierover te oordelen.

​

Het is de gerechtsdeurwaarder steeds toegestaan provisie te vragen vooraleer een opdracht uit te voeren.

​

Indien de gerechtsdeurwaarder nav. een poging tot betekening (maw. de akte werd opgemaakt) dient vast te stellen dat betekening geen enkel nut heeft (bv. leegstaand pand waarbij vast staat dat bij betekening aldaar het stuk de geadresseerde niet zou bereiken) of de opdrachtgever trekt - na opmaak van de akte - zijn opdracht in, dan kan de gerechtsdeurwaarder de helft van het ereloon alsnog aanrekenen, evenals de (integrale) dossierkost conform art. 8/1 en de uitgaven zoals voorzien
in art. 1 §1 in fine. 

In voorkomend geval zal dit aangerekend worden aan de opdrachtgever en niet aan de tegenpartij.

​​

Ook indien de gerechtsdeurwaarder door zijn bemiddelende rol (art. 519 § 4 Ger.Wb. : de gerechtsdeurwaarder als
facilitator) de zaak regelt (zonder tot betekening te zijn overgegaan) is de helft van het ereloon verschuldigd. Met regeling wordt geen overeengekomen afbetalingsplan bedoeld, maar een oplossing welke het dossier afsluit zonder dat er verder
dient te worden geprocedeerd. (bv. het ter plaatse bekomen van regeling zonder tot dagvaarding te dienen over te gaan).

​

In het geval dat er een gefaciliteerde oplossing wordt bereikt,  wordt dit opgenomen in het exploot en zal er, naast de hierboven vermelde tariefonderdelen (1/2 ereloon, integrale dossierkost en uitgaven, op basis van art. 12 §1 2° van dit K.B., ook een vergoeding per tijdseenheid dienen aangerekend te worden als er een verdere procedure van tenuitvoerlegging 
wordt vermeden (bv. het vermijden van een effectieve ontruiming).

Dit alles kadert in het nieuwe beleid waarbij de gerechtsdeurwaarder naar voor wordt geschoven als facilitator, dit teneinde het aantal procedures te verminderen.

​

​

 

ARTIKEL  5

​

Art. 5. De in dit besluit bedoelde vergoedingen en de minimum- en de maximumbedragen erin bepaald worden jaarlijks op 1 januari van rechtswege aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen door de volgende formule: basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Het nieuwe indexcijfer is het gemiddelde indexcijfer der consumptieprijzen voor de periode augustus-september-oktober-november voorafgaand aan elke aanpassing
van de erelonen of bedragen bedoeld in het eerste lid.

De eerste indexering vindt plaats op 1 januari 2025 en het aanvangsindexcijfer is het gemiddeld indexcijfer der consumptieprijzen voor de periode augustus-september-oktober-november 2023, namelijk 128,73 (Basis 2013).

Bij de vaststelling van de bedragen worden de eurogedeelten afgerond tot op de cent naar boven of naar beneden naargelang de duizendsten de vijf bereiken of niet.
 

​

HOOFDSTUK II - Gegradueerde erelonen

ARTIKEL 6

​

Art. 6. § 1. Tot vaststelling van de gegradueerde erelonen worden alle verrichtingen, van de gerechtsdeurwaarders, waaronder akten, processen-verbaal of opstellen van verzoekschriften, ingedeeld in drie klassen van A tot C.
De klasse wordt bepaald door het gevorderde bedrag of door het bij de verrichting beoogde doel, geschat overeenkomstig de regelen vastgesteld bij de artikelen 557
tot 562 van het Gerechtelijk Wetboek en, zo er een uitvoerbare titel voorhanden is, volgens de bepalingen van artikel 8, § 2, van dit besluit.

 

Die klassen zijn: - Klasse A, tot 2.000 EUR;
                        - Klasse B, van 2.000,01 EUR tot 5.000 EUR;
                        - Klasse C, vanaf 5.000,01 EUR en voor alle zaken met onbepaalde waarde of van gemengde aard.

 

Voor alle akten betreffende vorderingen ten aanzien van natuurlijke personen waarvoor de vrederechter conform artikel 591, 25° van het Gerechtelijk Wetboek
bevoegd is, wordt het ereloon, ongeacht het bedrag, op het tarief gebracht bepaald voor de verrichtingen ingedeeld onder klasse A.


Voor alle akten betreffende vorderingen waarvoor de familie- en jeugdrechtbank conform artikel 572bis van het Gerechtelijk Wetboek bevoegd is, wordt het ereloon, ongeacht het bedrag, op het tarief gebracht bepaald voor de verrichtingen ingedeeld onder klasse B.
 

§ 2. Voor de verrichtingen onder §1 geldt het volgende tarief:

Klassen : A : 125 EUR;

              B : 175 EUR;

              C : 250 EUR.
Behoudens voor de akten bedoeld in het vierde lid van §1, wordt wanneer een akte bepalingen bevat die uit elkaar voortvloeien of van elkaar afhankelijk zijn, zodanig
dat ze, in rechte, maar één verrichting in zich sluiten, alleen het ereloon voor de hoogst getarifeerde bepaling geheven.

 

Een solidariteitsfonds dat bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders wordt opgericht komt tussen in de betaling van het gegradueerd ereloon voor inleidende
akten bedoeld in § 1, vierde lid, en gemeengemaakte beslagen daaruit voortvloeiend, de daaropvolgende aanplakking en eventuele nieuwe verkoopdag, alsook de neerlegging van een bericht van minnelijke schuldbemiddeling door een gerechtsdeurwaarder op vraag van een erkende instelling in de zin van artikel VII.115 Wetboek economisch recht.

 

§ 3. In het ereloon zijn begrepen: het origineel, alle afschriften te betekenen op eenzelfde adres, het opladen van het exploot op het in artikel 32quater/2 van het
Gerechtelijk Wetboek bedoelde register en, in voorkomend geval, de toezending van het origineel stuk of een afschrift ervan aan de verzoeker of aan diens raadsman.
Voor iedere betekening op een bijkomend adres is, ongeacht het aantal afschriften, een tweede van de erelonen bedoeld in §2 verschuldigd.

 

§ 4. […] -Opgeheven-
 

§ 5. Ingeval het ereloon tussen gerechtsdeurwaarders gedeeld wordt, komt één derde van het in §2 bepaald gegradueerd ereloon toe aan de gerechtsdeurwaarder die
de akte opmaakt, en twee derden aan de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.

​

Het gegradueerde ereloon is een vergoeding voor het origineel van de akte, alle afschriften te betekenen op een zelfde
adres, het opladen van het exploot in het CREA-Register en in voorkomend geval de toezending van het origineel stuk of
een afschrift ervan aan de verzoeker of diens raadsman.

Voor iedere betekening op een bijkomend adres is, ongeacht het aantal afschriften, een tweede van het gegradueerde
ereloon verschuldigd. 
Ook voor een akte welke bijkomstig verzonden wordt naar de buitenlandse ontvangende instantie is aldus de helft van het gegradueerde ereloon verschuldigd.

​

Het gegradueerde ereloon is niet alleen van toepassing op de akten van de gerechtsdeurwaarder, maar ook de op te stellen
proces-verbalen of verzoekschriften (bv. voor de vernieuwing van een hypothecaire in- of overschrijving).

Voor de neerlegging zelf van een verzoekschrift is dan weer een bijkomende vast ereloon voorzien (zie art. 13,2°)

​

​In het geval dat het ereloon dient gedeeld te worden tussen gerechtsdeurwaarders komt 1/3 van het gegradueerde ereloon toe aan de gerechtsdeurwaarder die de akte opmaakt en 2/3 aan de instrumenterende gerechtsdeurwaarder, zijnde de gerechtsdeurwaarder welke voor de effectieve betekening instaat.

​

Het gegradueerde ereloon wordt bepaald door 3 klassen, zijnde 

                                                                                                                          ​

                                                                                                                      Gegradueerd ereloon

Klasse A : tot 2.000,00 euro                                                             :                    125,00 euro              

Klasse B : van 2.000,01 euro tot 5.000,00 euro                            :                    175,00 euro

Klasse C : vanaf 5.000,01 euro                                                        :                    250,00 euro
                 en voor alle zaken met onbepaalde waarde
                 of van gemengde aard

​

De klasse zelf wordt bepaald door het gevorderde bedrag/het bij de verrichting beoogde doel, welke wordt begroot conform de artt. 557 tot 562 Ger.Wb.

​

Het gevorderde bedrag is derhalve de som die in de inleidende akte wordt geëist, met uitzondering van de gerechtelijke intresten, de gerechtskosten en eventuele dwangsommen.

Wanneer de vordering meerdere punten bevat, worden deze sommen samengevoegd tot bepaling van het gevorderde
bedrag.

Voor zaken aangaande onderhoudsgelden, altijddurende rente of lijfrente wordt het gevorderde bedrag bepaald door het jaarlijks te betalen bedrag of in het geval dat het bedrag per maand dient betaald te worden (bv. onderhoudsgelden) door
het twaalf maandelijks verschuldigde bedrag te vermenigvuldigen met 10 (bv. onderhoudsgeld per maand x 12 x 10).

​

Indien er reeds een uitvoerbare titel (bv. een vonnis) voorhanden is, wordt het gevorderde bedrag bepaald conform
art. 8 §2 van dit KB, zijnde door het totaal van de in te vorderen sommen, ongeacht hun aard. 

Hieronder wordt begrepen : de hoofdsom, verwijlintresten, toegekende schadebedingen, gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, verbeurde dwangsommen, dossierkosten en het veroordelingsrecht.

​

Hierop gelden volgende uitzonderingen :

​

- voor alle akten (inleidingen, betekeningen en uitvoeringen van rechterlijke beslissingen) betreffende vorderingen lastens
   natuurlijke personen betreffende betaling van de levering van een nutsvoorziening verleend door een leverancier van
   elektriciteit, gas, warmte of water of door een persoon die een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een
   omroeptransmissie- of omroepdienst aanbiedt (lees : de basisbehoeften van water, gas, elektriciteit en telecom) wordt
   het gegradueerde ereloon terug gebracht tot klasse A 

​​

  Indien het echter gaat om beroepsgebonden schulden van een natuurlijk persoon met ondernemingsnummer
(bv. factuur water voor de uitbating/praktijk van een zelfstandige) dan wordt het gegradueerde ereloon terug berekend
  conform de algemene regel (art. 6 §1 lid 2)

​​​

- Voor alle akten (inleidingen, betekeningen en uitvoeringen van rechterlijke beslissingen) betreffende vorderingen in
   familie- en jeugdzaken (art 572 bis Ger.Wb.), wordt het gegradueerde ereloon van klasse B genomen, dit ongeacht het
   gevorderde bedrag.

​​​

- Eenzelfde akte of akte kan maar één keer aan het gegradueerde ereloon worden onderworpen, zijnde het hoogste.
  Zo kan bv.  een akte zowel een vordering inhouden om de huurachterstal te betalen als de verbreking van de
huurovereenkomst (onbepaalde waarde), en kan dan slechts 1 klasse (klasse C in dit voorbeeld) aangerekend worden.
 
Indien het echter gaat om een gemengde vordering, waarbij een deel van de vordering onder te brengen is in klasse B
    of C en het tweede deel van de vordering gaat over de basisbehoeften van water, gas, elektriciteit en telecom, dan
    primeert de hoedanigheid van de aard van de vordering, zodat in voorkomend geval steeds klasse A toegepast wordt.

​​​

​

​

ARTIKEL  7 

​

Art. 7 […] - Opgeheven-

 

 

ARTIKEL  8 


Art. 8. § 1. Wanneer de schuldenaar een schuld geheel of gedeeltelijk betaalt ingevolge de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder in het kader van de gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering van een geldsom, of wanneer de betaling bestaat uit de afgifteverplichting van een zaak, wordt een invorderingsereloon gerekend,
ongeacht in wiens handen de betaling of de afgifte gebeurt.
§ 2. Het invorderingsereloon wordt berekend op het totaal van alle in te vorderen sommen, ongeacht hun aard.
Hieronder wordt begrepen: de hoofdsom, verwijlinteresten, toegekende schadebedingen, gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, verbeurde dwangsommen,
dossierkosten en het veroordelingsrecht.
§ 3. Het invorderingsereloon bestaat uit een degressief ereloon dat vastgesteld wordt in functie van het totaal in te vorderen bedrag bedoeld in § 2, en dat
samengesteld is als volgt:
- 8 % op het eerste gedeelte tot 2.500 EUR;
- 5 % op het gedeelte van 2.500,01 EUR tot 5.000 EUR;
- 2 % op het gedeelte van 5.000,01 EUR tot 10.000 EUR;
- 1 % op het gedeelte van 10.000,01 EUR tot 25.000 EUR;
- 0,5 % op het gedeelte van 25.000,01 EUR tot 50.000 EUR;
- 0,25 % op het gedeelte van 50.000,01 EUR tot 100.000 EUR;
- 0,10 % op het resterende gedeelte.
Het invorderingsereloon wordt pro rata per betaling aangerekend totdat het totaal verschuldigd invorderingsereloon is bereikt.
§ 4. Het invorderingsereloon bedraagt minimum 15 EUR.
Voor vorderingen, zoals bedoeld in het artikel 6, § 1, vierde lid, bedraagt het invorderingsereloon maximum 100 EUR.
§ 5. In geval van afgifte van een zaak wordt het invorderingsereloon berekend op de waarde van de af te geven zaak, overeenkomstig het degressief ereloon bepaald
in § 3. Als de waarde van de zaak niet kan bepaald worden, wordt dit ereloon vastgelegd op 200 EUR.

 

 

Wanneer een schuldeiser een dossier vereffent welke in uitvoering is bij een gerechtsdeurwaarder in het kader van een gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering (meer bepaald administratieve procedures zoals dwangschriften of invorderingsprocedures voor onbetwiste geldschulden tussen ondernemingen zoals bepaald in art. 1394/20 Ger.Wb.),
wordt de gerechtsdeurwaarder hiervoor vergoedt met een invorderingsereloon, dit ongeacht of de uiteindelijke betaling gebeurt in handen van de gerechtsdeurwaarder of een derde (bv. de verzoeker).

​

Het invorderingsereloon dient als vergoeding voor de vele verrichtingen en taken die het dagelijkse beheer van afbetalingsplannen voor een gerechtsdeurwaarderskantoor met zich meebrengt : de boekhoudkundige verwerkingen van betalingen, de redactie, verzending en opvolging van uitnodigingen tot betalen (brieven, herinneringen, sms'en, e-mails,...),
de telefonische contacten, het persoonlijke contact met de tegenpartij ter plaatse of op kantoor, het opvolgen van
onvolledige of foutieve betalingsberichten.

​

De berekening van het invorderingsloon gebeurt degressief op basis van het totaal in te vorderen bedrag, dit ongeacht hun aard.

Hieronder wordt verstaan de hoofdsom, verwijlintresten, toegekende schadebedingen, gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, de reeds verbeurde dwangsommen, dossierkosten en het veroordelingsrecht.

​

- 8% op het eerste gedeelte van 2.500,00 euro

- 5% op het gedeelte van 2.500,01 euro tot 5.000,00 euro

- 2% op het gedeelte van 5.000,01 euro tot 10.000,00 euro

- 1% op het gedeelte van 10.000,01 euro tot 25.000,00 euro

- 0,5% op het gedeelte van 25.000,01 euro tot 50.000,00 euro

- 0,25% op het gedeelte van 50.000,01 euro tot 100.000,00 euro

- 0,10% op het resterende gedeelte 

​

In geval van afgifte van een zaak wordt het invorderingsereloon degressief berekend op de waarde van de af te geven zaak
en dit volgens de hiervoor vermelde berekening per schijf. Als de waarde van de zaak niet bepaald kan worden, wordt het invorderingsereloon vastgelegd op 200,00 euro.

​

Het invorderingsereloon wordt pro rata per betaling gerekend tot dat het totale verschuldigde invorderingsloon is bereikt
en kan minimum 15,00 euro bedragen.

Voor vorderingen inzake de basisbehoeften van water, gas, elektriciteit en telecom (art 6 §1 vierde lid) kan het invorderingsereloon maximum 100,00 euro bedragen

 

 

HOOFDSTUK IIBis - Administratieve dossierkost

ARTIKEL 8/1

 

Art. 8/1. Voor iedere gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering van een geldsom is een forfaitaire administratieve dossierkost van 50 EUR verschuldigd.
Dit bedrag wordt eenmaal aangerekend per dossier door de gerechtsdeurwaarder die het dossier opstart en omvat, in afwijking van artikel 1, §1, vierde lid:
1° alle handelingen en kosten met betrekking tot het identificeren van de schuldenaar;
2° alle handelingen en kosten tot het voeren van een solvabiliteitsonderzoek van de schuldenaar;
3° alle mogelijke administratieve handelingen verbonden met de opstart en het beheer van het dossier.

 

​​

De administratieve dossierkost wordt gerekend in elk dossier van gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering (meer bepaald administratieve procedures zoals dwangschriften of invorderingsprocedures voor onbetwiste geldschulden tussen ondernemingen zoals bepaald in art. 1394/20 Ger.Wb) en wordt forfaitair vastgelegd op 50,00 euro, dit om te vermijden dat
de schuldenaar kosten van repetitieve opzoekingskosten zouden worden doorgerekend.

​

De administratieve dossierkost is een vergoeding voor alle handelingen en kosten :

​

-  verbonden aan het identificeren van de schuldenaar , zijnde de verplichte identiteitscontrole via verificatie van de
    gegevens van het rijksregister of de Kruispuntbank der Ondernemingen.

​​

-  tot het voeren van een verplicht solvabiliteitsonderzoek (analyse van de gegevens vervat in het Centrale Bestand der
   Beslagberichten, eventueel gevolgd door vaststellingen ter plaatse.

​​

-  verbonden met de opstart en het beheer van het dossier, dit met inbegrip van de communicatie met en het informeren
   van de schuldenaar. Zo worden nutteloze aanmaningen na aanmaningen vermeden.

​

In de administratieve dossierkost zijn dus niet alleen de opzoekingshandelingen, maar ook de kosten inbegrepen welke de gerechtsdeurwaarder zelf dient te betalen voor de raadplegingen van de diverse databanken en dit gedurende de volledige duur van het dossier. Daar deze kosten (bij langdurige dossiers) hoger kunnen oplopen dan het voorziene bedrag van de administratieve dossierkost, voorziet art. 13 (zie verder) een bijkomend vast ereloon welke jaarlijks wordt aangerekend voor alle bijkomende opzoekingen en inlichtingen betreffende de schuldenaar per dossier in de fase van effectieve tenuitvoerlegging.

​

​

HOOFDSTUK III - Degressieve erelonen

ARTIKEL 9 

Art. 9. […] -Opgeheven-

 

ARTIKEL 10


Art. 10. Voor elke gerechtelijke openbare verkoop of gerechtelijke verkoop uit de hand, evenredige verdeling, pandverzilvering of sekwesteropdracht wordt een
degressief ereloon toegekend, zoals hoger bepaald in artikel 8, op het totaal bedrag van de toewijzing, het te verdelen bedrag, de opbrengst van een pandverzilvering
of op het bedrag van de schatting of waardebepaling van het voorwerp van het sekwester. Het ereloon mag niet minder dan 300 EUR bedragen per verkoping, 400 EUR per evenredige verdeling, en 1.000 EUR per pandverzilvering of sekwesteropdracht.

​

Teneinde een verdere vereenvoudiging van tarief te bekomen wordt voor de tussenkomsten van de gerechtsdeurwaarder
voor :

​

- de gerechtelijke openbare verkoop

- de gerechtelijke verkoop uit de hand

- de evenredige verdeling

- pandverzilvering

- sekwesteropdracht

​

een uniform tarief bepaald welke volgens dezelfde regels als het invorderingsereloon wordt berekend, zijnde :

​

- 8% op het eerste gedeelte van 2.500,00 euro

- 5% op het gedeelte van 2.500,01 euro tot 5.000,00 euro

- 2% op het gedeelte van 5.000,01 euro tot 10.000,00 euro

- 1% op het gedeelte van 10.000,01 euro tot 25.000,00 euro

- 0,5% op het gedeelte van 25.000,01 euro tot 50.000,00 euro

- 0,25% op het gedeelte van 50.000,01 euro tot 100.000,00 euro

- 0,10% op het resterende gedeelte 

​

Dit met een minimum van 300,00 euro per verkoping, 400 euro per evenredige verdeling en 1.000,00 euro per
pandverzilvering of sekwesteropdracht
.

​

Alle handelingen van de gerechtsdeurwaarder gesteld in het kader van de procedure van evenredige verdeling of
gerechtelijke verkoop (van voorbereiding tot administratieve nabewerking en afsluiting) zijn inbegrepen in dit degressief

ereloon.

​

​

ARTIKEL 11


Art. 11. […] -Opgeheven-

​
 

HOOFDSTUK IV - Vergoeding per tijdseenheid

ARTIKEL 12 


Art. 12 § 1. Per begonnen tijdseenheid van 30 minuten wordt een vergoeding toegekend:

1° voor elk beslag op roerende goederen, beslag onder derden, beslag op onroerende goederen, voor een proces-verbaal van niet-bevinding, voor een proces-verbaal van reële executie en werkzaamheden en voor een proces-verbaal van vaststelling van materiële feiten in opdracht van een magistraat of in uitvoering van een gerechtelijke
of een administratieve titel of opdracht;
2° voor de organisatie van de verrichtingen vermeld onder 1° en voor iedere prestatie die ertoe strekt een procedure van tenuitvoerlegging te vermijden.

 

§ 2. De vergoeding bedoeld in § 1 bedraagt 50 EUR.
De gerechtsdeurwaarder vermeldt het tijdstip waarop de verrichtingen beginnen en eindigen, en de duur van de onderbrekingen: wanneer die formaliteit niet is vervuld,
kan uitsluitend het tarief voor een tijdseenheid van 30 minuten worden aangerekend.

 

​

De vergoeding per tijdseenheid van 30 minuten is van toepassing op een aantal handelingen en processen-verbaal, zijnde :

​

- beslag op roerend goed

- beslag onder derden

- beslag op onroerend goed

- P.V. van niet-bevinding

- P.V. van reële executie en werkzaamheden : hiermede wordt ondermeer bedoeld de processen-verbaal van roerend beslag
                                                                                 zonder titel zoals het pandbeslag (huur) en de pandverzilvering (pandwet), een
                                                                                 uithuiszetting, een insekwesterneming, een rechtspleging inzake intellectuele
                                                                                 rechten (het zogenaamde beslag inzake namaak), werkzaamheden in natura
                                                                                (muren bouwen of afbreken, gebouwen afbreken, bomen snoeien of vellen,
                                                                                werken stilleggen, herstel van terreinen in de oorspronkelijke staat ...),
                                                                                weghalen goederen bij weigerachtige gefailleerde, enz. 

- P.V. van vaststelling

 

Ook voor de organisatie of de voorbereiding van de handelingen en processen-verbaal zoals hiervoor opgesomd, wordt 
een vergoeding per tijdseenheid voorzien. Dergelijke voorbereiding en organisatie vergt immers veel administratief en
logistiek werk. Het betreft oa. het verwittigen van het OCMW of de gemeente, de coördinatie met de politiediensten, het inplannen van de verhuisfirma en slotenmaker, het contacteren van OVAM of IBGEBIM voor het verwijderen van gevaarlijke producten, enz.

​

Tenslotte mag de vergoeding per tijdseenheid ook aangerekend worden voor elke prestatie die ertoe strekt een uitvoeringsprocedure te vermijden. Dit onderstreept het belang van de gerechtsdeurwaarder als bemiddelaar/facilitator, waardoor bv. dure uitvoeringskosten (verhuisfirma, slotenmaker, ...) en overbelasting van het politiekorps (welke anders bijstand dient te verlenen) kunnen worden vermeden.

Zo kan de gerechtsdeurwaarder door een plaatsbezoek erin slagen, ondanks een vonnis tot uithuiszetting, dat de huurder
het gehuurde goed uiteindelijk toch vrijwillig verlaat, waardoor een effectieve uithuiszetting kan worden vermeden.

Het vermijden van een procedure kan er ook in bestaan een poging tot beslag te leggen, waarbij de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie tracht een persoonlijk contact te hebben met de tegenpartij, resulterend in een afbetalingsplan, zonder effectief tot beslaglegging te moeten over gaan.

​

​

De vergoeding per tijdseenheid (30 minuten ) bedraagt 50,00 euro.

De gerechtsdeurwaarder dient het tijdstip waarop zijn werkzaamheden beginnen en eindigen, met eventueel vermelding
van de duur der onderbrekingen te vermelden. Dit kan op een informatieblad of formulier dat hij ter plaatse achterlaat en
dat deel uitmaakt van de akte in kwestie.

Wordt deze formaliteit niet vervuld, dan kan de gerechtsdeurwaarder enkel het tarief voor de eerste tijdseenheid van 30 minuten aanrekenen. 

​

​

​

HOOFDSTUK V - Vaste erelonen

ARTIKEL 13​​​


 Art. 13. Aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegekend:
1° een ereloon van 2,85 EUR per begonnen bladzijde voor het éénsluidend verklaren van stukken of bijlagen.
2° een ereloon van 15 EUR:
    a) voor de opvraging van een uitgifte of een afschrift van een rechterlijke beslissing, van een uittreksel uit de ter griffie neergelegde minuten of akten, van een
        notariële akte en voor de opvraging van attesten en certificaten;
     b) voor iedere opzoeking en inlichting betreffende een partij voor zover niet begrepen in de administratieve dossierkost bepaald in artikel 8/1 of in het ereloon
         bepaald in 3° van dit artikel;
     c) telkens een wettelijke bepaling de gerechtsdeurwaarder in de uitoefening van zijn ambt verplicht om over zijn handelingen informatie te delen of daaraan
         publiciteit te geven;
     d) voor het opvragen van een uittreksel uit de kadastrale legger of uit een kadastraal plan, voor het opvragen van een hypothecair getuigschrift, voor de
         opzoekingen en inlichtingen met betrekking tot de aanduiding van de onroerende goederen of tot de beschrijving van de in beslag te nemen zeeschepen en
         binnenschepen;
      e) voor de neerlegging van een verzoekschrift;
      f) voor iedere verzonden en ontvangen aangifte van schuldvordering;
      g) voor het afleveren aan een andere gerechtsdeurwaarder van een gewaarmerkt afschrift of een uittreksel van een eerder opgesteld proces-verbaal van beslag,
          in toepassing van artikel 1524 van het Gerechtelijk Wetboek;
       h) voor het opstellen van uittreksels en borderellen van alle akten van hun ambt of van documenten in hun bezit en voor het opstellen van attesten.
3° een ereloon van 25 EUR:
       a) eenmalig voor het opmaken, verzenden en de opvolging van een aanmaning, voor zover niet inbegrepen in de dossierkost bepaald in artikel 8/1 of in het
           ereloon bepaald in b);
       b) jaarlijks voor alle bijkomende opzoekingen en inlichtingen betreffende de schuldenaar en alle communicatie met de schuldenaar per dossier in de fase van de
           effectieve tenuitvoerlegging.
4° een forfaitair ereloon van 200 EUR voor een gemeengemaakt beslag, onverminderd de toepassing van artikel 6, § 2, derde lid.

5° een forfaitair ereloon van 230 EUR voor het opmaken van een proces-verbaal van minnelijke verkoop zoals bepaald in artikel 1526bis van het Gerechtelijk Wetboek.
6° een ereloon van 1% op het bedrag van de titel voor een akte van protest, met een minimum van 50 EUR en een maximum van 250 EUR. Dit ereloon omvat eveneens
    de kosten verbonden met de schrapping van het bericht van protest.
7° een forfaitair ereloon van 460 EUR voor het opmaken en afhandelen van verrichtingen van kantonnement en consignatie.

 

 

 

Bepaalde door de gerechtsdeurwaarder te stellen handeling worden vergoed met een vast ereloon.

 

-  Een vast ereloon van 2,85 euro wordt voorzien voor het eensluidend verklaren per blad van de bijlagen welke mee
   betekend dienen te worden (bv. het afschrift van een vonnis), en dit per begonnen bladzijde. 

​

- Een vast ereloon van 15 euro wordt voorzien :

​

   a) voor de opvraging van een uitgifte of een afschrift van een rechterlijke beslissing, van een uittreksel uit de ter griffie
        neergelegde minuten of akte, van een notariële akte en voor de opvraging van attesten en certificaten.

​

   b) voor iedere opzoeking en inlichting betreffende een partij voor zover niet begrepen in de administratieve dossierkost
        zoals bepaald in art. 8/1 of in het ereloon bepaald in 3° van dit artikel.

​

       Het gaat hier aldus over die consultaties en inlichtingen welke niet verbonden zijn aan de   betekening van een exploot
       tot invordering van een geldsom, welke aldus niet vervat zijn in de
dossierkost van art. 8/1 of het vast ereloon van 
       art. 13.
       Te denken valt bv.  aan
 het verstrekken van inlichtingen aan buitenlandse instanties in het kader van
       grensoverschrijdende akten.

​

    c) Telkens een wettelijke bepaling de gerechtsdeurwaarder in uitoefening van zijn ambt verplicht om over zijn
        handelingen informatie te delen of daaraan publiciteit te geven.

​

        Dit zal bv. het geval zijn na de betekening van een vonnis in echtscheiding, waarbij de gerechtsdeurwaarder de taak 
        heeft om te voorzien in een verplichte kennisgeving aan de griffier van de rechtbank welke het vonnis heeft
        uitgesproken, dit teneinde de griffier toe te laten - wanneer het desbetreffende vonnis of arrest in kracht van
        gewijsde is gegaan - melding te doen aan de DABS (Databank voor de Akten van de Burgerlijke Stand), zodat de
        echtscheiding definitief kan opgenomen worden in deze databank (art. 1275 Ger.Wb.)

​

        Ook voor de verplichte verwittiging van het OCMW bij een uithuiszetting, de verplichte neerlegging van een bericht
        van loonoverdracht (en de verdere opvolging ervan) en de hypothecaire overschrijving, inschrijving of kantmelding bij de 
        kantoren rechtszekerheid is dit vast ereloon voorzien.

​

     d) voor het opvragen van een uittreksel uit de kadastrale legger of uit een kadastraal plan, voor het opvragen van een
          een hypothecair getuigschrift, voor de opzoekingen en inlichtingen met betrekking tot de aanduiding van de 
          onroerende goederen of tot beschrijving van de in beslag te nemen zeeschepen en binnenschepen.

​

      e) voor de neerlegging van een verzoekschrift

​

       f) voor iedere verzonden en ontvangen aangifte van schuldvordering

​

       g) voor het afleveren aan een andere gerechtsdeurwaarder van een gewaarmerkt afschrift of een uittreksel van een
            eerder opgesteld proces-verbaal van beslag in toepassing van art. 1524 Ger.Wb.

​

       h)  voor het opstellen van uittreksels en borderellen van alle akten van hun ambt of van documenten in hun bezit
             en voor het opstellen van attesten.

​

​

 - Een vast ereloon van 25 euro wordt voorzien :

​

   a) éénmalig voor het opmaken, verzenden en de opvolging van een aanmaning, voor zover niet inbegrepen in de 
       dossierkost zoals bepaald in art. 8/1 of in het ereloon bepaald in b).

​

       Alvorens een dossier effectief opgestart worden, kan ervoor geopteerd worden om één of meerdere aanmaningen op
       te stellen en, met elk middel, te communiceren aan de schuldenaar. Dergelijke aanmaningen kaderen in de faciliterende 
       rol van de gerechtsdeurwaarder en dragen bij tot de afhandeling van de openstaande vordering zonder verdere
       procedure. Het ereloon is aldus vastgelegd ongeacht het aantal aanmaningen.

​

       Dit vast ereloon is niet verschuldigd indien erna alsnog een invorderingsdossier (met bijhorende administratieve
       dossierkost) of uitvoeringsdossier (met het daaraan verbonden vast ereloon) moet opgestart worden.

​

   b) jaarlijks voor alle bijkomende opzoekingen en inlichtingen betreffende de schuldenaar en alle communicatie met de 
        schuldenaar per dossier in de fase van de effectieve tenuitvoerlegging.

​

        Voor de andere en bijkomende opzoekingen (databank van de dienst inschrijvingen voertuigen (DIV), huwelijks- en
        pandregister, Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, ...) en communicatie met de schuldenaar in de uitvoeringsfase
        (meer bepaald beslag na bevel) wordt dit vast ereloon van 25,00 euro voorzien. Op die manier worden in deze fase 
        evenmin repetitieve opzoekingshandelingen aangerekend.
        Soms is het nodig dossiers langer dan één jaar op te volgen, wat meer werk vergt (contacten met debiteur, bevestigen
        van en herinneren aan afbetalingsplan, analyse van de informatie uit databanken, eventueel plaatsbezoek). Daarom
        wordt dit ereloon jaarlijks toegekend.

 

 

- Een vast ereloon (forfaitair)  van 200,00 euro wordt voorzien voor een gemeengemaakt beslag, dit onverminderd de
   toepassing van art. 6 §2 derde lid

​

- Een vast ereloon (forfaitair) van 230,00 euro wordt voorzien voor het opmaken van een Proces-Verbaal conform
   art. 1562bis Ger.Wb.

 

- Een vast ereloon (forfaitair) van 460,00 euro wordt voorzien voor het opmaken en afhandelen van verrichtingen van 
  kantonnement en consignatie.

         

​

​

HOOFDSTUK VI - Getarifieerde uitgaven

ARTIKEL 14


Art. 14. […] -Opgeheven-

 

ARTIKEL 15


Art. 15. Aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegekend:
1° voor de vertaling van de akten en van de betekende stukken, met inbegrip van het afschrift van de vertaling, 20 EUR per volledige bladzijde.
Deze vergoeding wordt met 50% verminderd indien de vertaling geen halve pagina beslaat;

2° voor zijn reis: voor ieder origineel van een akte een vaste vergoeding van 18 EUR.
De vergoeding voor reiskosten mag niet worden aangerekend voor een betekening op elektronische wijze zoals bedoeld in artikel 32quater/1 van het Gerechtelijk
Wetboek, of voor een betekening aan de Procureur des Konings zoals bedoeld in de artikelen 38, 40 en 42 van het Gerechtelijk Wetboek, of voor de protesten die
worden opgemaakt door de gerechtsdeurwaarders overeenkomstig de artikelen 2 en 5, § 1, van de protestwet van 3 juni 1997.

 

De verplaatsingskost is uiteraard slecht verschuldigd bij een effectieve verplaatsing.  Bij elektronische betekening of
een betekening aan de Procureur des Konings via elektronische weg is deze verplaatsing dus niet verschuldigd.

 

​

HOOFDSTUK VII - Getuigen

ARTIKEL 16

 

Art. 16. […] -Opgeheven-
 

ARTIKEL 17

​

Art. 17. § 1. Aan de getuigen, met uitzondering van de personeelsleden van het operationele kader van de geïntegreerde politie, die geroepen worden om de gerechtsdeurwaarder bij te staan in de gevallen waar hun tussenkomst bij de wet wordt gevorderd, wordt voor elke begonnen tijdsduur van dertig minuten een
bedrag van 8, 32 EUR toegekend.
§ 2. Eventuele reiskosten van getuigen worden aan de gerechtsdeurwaarder terugbetaald pro rata van de helft van het bedrag bepaald in artikel 15, eerste lid, 2°.
§ 3. In de bij de wet voorgeschreven gevallen ontvangt een bewaarder 100 EUR per dag.

 

 

HOOFDSTUK VIII - Opgeheven

ARTIKEL 18

​

Art. 18. […] -Opgeheven-
 

 

HOOFDSTUK IX - Diverse bepalingen

ARTIKEL 19

​

Art. 19. (Opgeheven)

 

ARTIKEL 20


Art. 20. (Opgeheven)

 

ARTIKEL 21


Art. 21. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2024. De wijzigingen bepaald in dit besluit zijn van toepassing op alle akten die vanaf de datum van inwerkingtreding worden betekend en alle prestaties die vanaf de datum van inwerkingtreding worden verricht.

 

ARTIKEL 22


Art. 22. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.​​

Hoofdstuk 1 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Hoofdstuk 2 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Hoofdstuk 2bis Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Hoofdstuk 3 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Hoofdstuk 4 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Hoofdstuk 5 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
art 8 Dossierkost
neerleggen verzoekschrift
Hoofdstuk 6 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
Anker 2
Hoofdstuk 7 Wet Tarief Gerechtsdeurwaarders
bottom of page